Mark 16

1En als de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden.
  hadden Maria Magdalena, en Maria, Of, hebben; doch dit woord hadden komt hier beter, omdat de specerijen des avonds vóór den sabbat nu al gekocht waren, gelijk Lukas verklaart, Luk 23:56 .
,
 zalfden Dat is, balsemden.
2En zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging;
 der week, Grieks, der sabbaten; welke was de derde dag nadat Hij begraven was geweest; welke dag daarom genaamd is geworden de dag des Heeren, omdat Hij op dien dag opgestaan is. Zie Rev 1:10 .
,
 als de zon opging; Zij hadden zich wel met het krieken van den dag opgemaakt om te gaan, toen het nog duister was, Joh 20:1 , maar zijn omtrent het graf gekomen met het opgaan van de zon.
3En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen? 4( En opziende zagen zij, dat de steen afgewenteld was) want hij was zeer groot.
  afgewenteld was) Namelijk door den engel, Mat 28:2 .
5En in het graf ingegaan zijnde, zagen zij een jongeling, zittende ter rechter zijde, bekleed met een wit lang kleed, en werden verbaasd.
 een jongeling, Dat is, een engel in de gedaante van een jongeling.
,
 lang kleed, Grieks, stole. Zie daarvan Mar 12:38 .
6Maar hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus den Nazarener, Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. 7Doch gaat heen, zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft.
 en Petrus, Dat is, en bijzonderlijk Petrus, omdat hij vanwege zijne verloochening en droefheid inzonderheid troost van node had.
,
 gelijk Hij ulieden gezegd heeft Namelijk vóór Zijn lijden, Mar 14:28 .
8En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd.
 zeiden niemand iets; Namelijk van degenen, die haar ontmoeten, totdat zij tot de discipelen kwamen, wien zij het geboodschapt hebben, vs.10, en Luk 24:9 .
9En als Jezus opgestaan was, des morgens vroeg, op den eersten dag der week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, uit welke Hij zeven duivelen uitgeworpen had.
 der week, Grieks, des sabbats; hetwelk ook somtijds voor de gehele week genomen wordt. Zie Luk 18:12 .
,
  verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena, Van deze eerste verschijning zie breder Joh 20:14 .
10Deze, heengaande, boodschapte het dengenen, die met Hem geweest waren, welke treurden en weenden. 11En als dezen hoorden, dat Hij leefde, en van haar gezien was, geloofden zij het niet. 12En na dezen is Hij geopenbaard in een andere gedaante, aan twee van hen, daar zij wandelden, en in het veld gingen.
 in een andere gedaante, Niet die Hij waarlijk had, maar die Hij hun scheen te hebben, overmits hunne ogen gehouden werden dat zij Hem niet kenden, Luk 24:16 .
,
 in het veld gingen Namelijk naar Emmaus, Luk 24:13 . Zie daar ook deze geschiedenis breder beschreven.
13Dezen, ook heengaande, boodschapten het aan de anderen; maar zij geloofden ook die niet. 14Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, daar zij aanzaten, en verweet hun hun ongelovigheid en hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen, die Hem gezien hadden, nadat Hij opgestaan was.
 daar zij aanzaten, Of, waar zij bijeen zaten.
15En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle kreaturen.
 in de gehele wereld, Grieks, in al de wereld.
,
 creaturen Grieks, allen creatuur, of schepsel; dat is, allen volken, Mat 28:19 , namelijk niet alleen den Joden, maar ook den Grieken of heidenen, dat is, allerlei soorten van volken. Zie Col 1:23 .
16Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden. 17En degenen, die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij spreken.
 deze tekenen volgen Namelijk voorzoveel nodig zal zijn tot verbreiding en bevestiging der leer van het Evangelie. Want allen is de gave om wondertekenen te doen niet gegeven, 1Co 12:28 . En het is ook niet nodig, wanneer het Evangelie genoegzaam bevestigd is.
,
 nieuwe tongen zullen zij spreken; Dat is, met vreemde talen, die zij niet geleerd hadden, Act 2:4 .
18Slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden.
 Slangen zullen zij opnemen; Namelijk onbeschadigd, gelijk Paulus gedaan heeft, Act 28:5 .
,
 zij zullen gezond worden Grieks, zij zullen het wel hebben; dat is, het zal met hen wel worden.
19 De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in den hemel, en is gezeten aan de rechter hand Gods.
 nadat Hij tot hen gesproken had, Namelijk veertig dagen lang, van het koninkrijk Gods, Act 1:3 .
20En zij, uitgegaan zijnde, predikten overal, en de Heere wrocht mede, en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop volgden. Amen.
 overal, Dat is, door de gehele wereld, Act 10:28 , Act 10:42 .
,
 wrocht mede, en bevestigde Of, bekrachtigde; namelijk door de werking zijns Geestes de predikatie zijns Woords in de harten der mensen, tot hunne bekering. Zie Act 14:3 , en Act 16:14 ; 1Co 3:7 .
,
 het Woord door tekenen, Namelijk van de predikatie des Evangelies.
Copyright information for DutSVVA